Wat is vrijmetselarij?

Vrijmetselarij is een moderne broederschap met tijdloze waarden en oude wijsheid. Het is een filosofische en ethische traditie die gericht is op persoonlijke groei en ontwikkeling, zowel op individueel niveau als voor de samenleving als geheel.

Ons hoofddoel is om een bewuster en beter mens te worden en verantwoordelijkheid te nemen voor onszelf en ons handelen in de maatschappij. Om dit te bereiken, is zelfkennis van groot belang. Zelfkennis leidt tot een verrijkt leven en een grotere autonomie en vrijdenkendheid. Daarom staat bij ons de spreuk ‘Ken u zelve’ behoorlijk centraal.

De vrijmetselarij is een inwijdingsgenootschap, dat drie ontwikkelingsfasen kent: leerling, gezel en meester. Aan het begin van elke fase is er een inwijdingsritueel. Dat bestaat onder andere uit symbolische beproevingen en het afleggen van een gelofte. De drie opeenvolgende inwijdingen drukken symbolisch de groei uit tot een beter en bewust levend mens.

We werken dus aan onszelf, maar we doen dit niet alleen. We hebben een sterke band met elkaar die gebaseerd is op gedeelde waarden, interesses en doelen. We beschouwen elkaar als broeders en zetten ons in voor elkaars welzijn en succes. We noemen dit broederschap.

Het meest kenmerkend voor onze werkwijze is het gebruik van symbolen en rituelen als middelen voor innerlijke reflectie en persoonlijke groei. Zo zien we onszelf als een ruwe steen die we willen omvormen tot een zuivere kubiek. Via deze symbolen en rituelen cultiveren we belangrijke waarden zoals eerlijkheid, meelevendheid en zelfdiscipline.

Als vrijmetselaren zijn we vrije denkers met diverse achtergronden, leeftijden, ervaringen en levensbeschouwingen. Ondanks deze verschillen zoeken we juist naar verbinding en harmonie, dit is van onschatbare waarde in een verdeelde samenleving. Bovendien hebben we geen dogma’s of opgelegde leerstellingen, wat ruimte biedt voor individuele groei en ontwikkeling.

In de getekende animatie hieronder wordt nog eens op een andere manier kort uitgelegd wat vrijmetselarij ongeveer inhoudt.

Historie

De geschiedenis van de vrijmetselarij in Nederland begint in 1734 met de oprichting van de eerste loge in Den Haag, gesteund door vrijmetselaren uit Engeland en Frankrijk. In de jaren die volgden, werden meer loges opgericht, maar deze werden door de patriottistische Staten van Holland verboden vanwege vermoedens van Oranjegezindheid. Nadat het stadhouderschap in 1744 werd hersteld, herleefde de vrijmetselarij en in 1756 verenigden tien loges zich tot de ‘Groote Loge der Zeven Vereenigde Nederlanden’. Deze werd in 1817 omgedoopt tot de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. In de 19e eeuw bekleedden prinsen uit het Huis van Oranje de functie van grootmeester, wat de invloed van de Orde vergrootte.

Tijdens het koloniale tijdperk breidde de vrijmetselarij zich uit naar voormalige Nederlandse koloniën, waaronder de Antillen, Suriname, en Nederlands-Indië. In 1940 werd de Orde verboden door de Duitse bezetters, en vele leden kwamen om in concentratiekampen. Na de oorlog kende de Orde een herstelperiode, met een sterk toenemend ledenaantal, vooral door de repatriëring van vrijmetselaren uit Indonesië. Sinds 1970 is het aantal loges verder toegenomen, terwijl het ledenaantal lang stabiel bleef rond de 6000. De laatste jaren is er sprake van een terugloop richting de 5000. Momenteel zijn er in Nederland nog ruim 150 loges verspreid over zo’n 70 plaatsen.

Meer over Vrijmetselarij

Website van de Orde der Vrijmetselaren in Nederland. Alle reguliere loges in Nederland zijn aangesloten bij de Orde der Vrijmetselaren. Op deze site vind je algemene informatie over de Vrijmetselarij, de Orde maar ook een aantal interessante brochures zoals Vrijmetselarij, wat is dat eigenlijk? en een speciale uitgave van het tijdschrift VM voor belangstellenden.

Het boek De Orde (The Craft) van John Dickie geeft een goed overzicht van het ontstaan van de Vrijmetselarij in 1717, de riten en gebruiken. Niet alleen beroemde vrijmetselaars worden belicht, maar er wordt ook stilgestaan bij de weerstand die de invloedrijke vrijdenkers opriepen bij de kerk en totalitaire machthebbers.