Het logegebouw van de Vrijmetselarij in Amersfoort, is in 1899 door architect W. van Schaik in Jugendstil gebouwd voor de Vrijmetselaarsloge Jacob van Campen. Het gebouw stond buiten de oude stad aan het toenmalige Kalfsveld. Naamgever van de loge was de Amersfoorter Jacob van Campen, Heer van Randenbroeck en bouwmeester van o.a. het Haagse Mauritshuis en het Paleis op de Dam. Het zegel van de loge omcirkelt een afbeelding van dit koninklijk paleis. Het is een van de weinige logegebouwen in Nederland die speciaal als logebouw zijn gebouwd.
Aan de voorzijde van het gebouw zijn een aantal typische Jugendstil decoraties opgenomen, heel herkenbaar zijn de glas in lood raampartijen. De Jugendstil, ook wel Art nouveau, was ten tijde van de bouw een van de leidende kunststromingen, een reactie op toen populaire en klassieke stijlen als het neoclassicisme. De kunstenaars die de stroming aanhingen wilden een nieuwe vocabulaire ontwikkelen dat paste in een moderner wordende wereld. De natuur was daarbij een grote inspiratiebron, en met name de levenslust ervan. Naast de inrichting van het gebouw is ook de oriëntatie (west-oost) hierbij bijzonder.
In het gebouw bevinden zich twee grote ruimten die gebruikt worden voor de zogeheten ‘maçonnieke arbeid’: op de begane grond de Voorhof en op de eerste verdieping de Werkplaats of Tempel.