Mijn droom als vrijmetselaar, een persoonlijke beschouwing
Vandaag neem ik je graag mee in mijn droom als vrijmetselaar. Een droom die draait om ruimte – letterlijk en figuurlijk.
Ruimte is misschien wel het mooiste woord dat de vrijmetselarij voor mij samenvat. Onze loge is een plek van rust, van bezinning, van jezelf mogen zijn. Een plek waar we ruimte maken – voor elkaar, voor onszelf, voor groei.
Het gebouw waarin we samenkomen bestaat al meer dan honderd jaar. Het is speciaal voor de vrijmetselarij gebouwd, en het heeft nooit een andere bestemming gekend. Eeuwen aan gedachten, gesprekken, stiltes en inzichten hangen als het ware in de muren. Je voelt het als je er binnenstapt: hier is geleefd, geleerd en gezocht naar wijsheid.
En dat zoeken doen we nog steeds. In onze werkplaats, tussen eeuwenoude symbolen, gebruiken we rituelen en beelden om na te denken over wie we zijn – en wie we willen worden.
Neem bijvoorbeeld de ruwe steen. Een stuk steen, pas losgehakt uit de rots. Die staat symbool voor wie wij zijn aan het begin van onze reis. Door eraan te beitelen – letterlijk en figuurlijk – proberen we een vorm te vinden. Een kubieke steen, klaar om te bouwen aan de tempel van de mensheid. Geen gebouw van steen, maar een samenleving waarin mensen hun beste zelf proberen te zijn.
Vrijmetselarij is dus zelfonderzoek. Wie ben ik? Wat drijft me? Waar zit mijn kracht, maar ook mijn angst? We nodigen elkaar uit om alles onder ogen te komen – ook het donkere – en daarin steeds weer een stapje dichter bij ons ware zelf te komen.
Maar de echte magie zit hem voor mij in wat we elkaar gunnen: ruimte. Ruimte om te spreken, om te luisteren, om stil te zijn. Ruimte om te twijfelen, te zoeken, te groeien. En vooral: ruimte om te zijn wie je bent. Zonder oordeel.
In een wereld die vaak verdeelt, kiezen wij voor verbinding. Wij bouwen bruggen, geen muren.
Dat maakt deze plek, deze broederschap, zo bijzonder. En dat is mijn droom als vrijmetselaar: een plek creëren waar mensen elkaar ruimte geven en zo samen verder te groeien.
Bron G. de Kort