Eind 2023 hield een broeder in onze vrijmetselaarsloge Spectrum te Amersfoort een bouwstuk die ons te denken gaf. Vandaar dat we er hier nogmaals bij stilstaan. De coronapandemie heeft in korte tijd grote verschuivingen veroorzaakt in ons persoonlijke leven en onze samenleving. Toen de wereld in 2020 en 2021 tot stilstand kwam, werden veel mensen gedwongen tot introspectie. Wat volgde, was geen hernieuwd evenwicht, maar een verdere versnelling van een probleem dat al sluimerde: de maatschappelijke ratrace. Een fenomeen dat tot op de dag van vandaag grote impact heeft op welzijn, verbondenheid en zingeving.
Van pandemie naar oorlog naar economische obsessie
Na twee jaar van coronamaatregelen begon op 24 februari 2022 de Russische invasie van Oekraïne, een gebeurtenis die opnieuw wereldwijd voor onrust zorgde. In de media en politiek verschoof de aandacht snel van de humanitaire ramp naar economische gevolgen: stijgende energieprijzen, inflatie, druk op de huizenmarkt en dreigende recessie.
Hoewel de oorlog in Oekraïne anno 2025 voortduurt in de vorm van een vastgelopen conflict met blijvende spanningen aan de oostgrens van Europa, lijkt de Westerse aandacht verschoven naar andere thema’s.
De oorlog is in veel nieuwsberichten naar de achtergrond verdwenen, vervangen door onderwerpen als AI-regulering, migratiebeleid en klimaatadaptatie. Economische groei blijft echter het dominante kader waarin deze vraagstukken worden geplaatst.
De ratrace als systeemfout
In deze context van voortdurende crisis en versnelling, blijft één constante: het maatschappelijke streven naar ‘groei’. In werk, consumptie en status draait alles om vooruitgang. Veel mensen ervaren echter dat deze voortdurende focus op prestatie leidt tot psychische en sociale uitputting.
De term ‘burn-out’ is de afgelopen jaren haast gemeengoed geworden. Volgens recente cijfers kampt in Nederland nog steeds één op de zes werknemers met burn-outklachten. Onder zorgverleners, leraren en jonge professionals ligt dit percentage nog hoger. Hoewel aandacht voor mentale gezondheid groeit, blijft de structurele oorzaak, een maatschappij gebouwd op economische Kritieke Prestatie-Indicatoren en continue prestatiedruk, grotendeels onaangeroerd.
Van verbondenheid naar isolatie
Naast de werkdruk signaleerden sociologen al vóór de pandemie een groeiend gevoel van sociaal isolement. De coronajaren hebben dit versterkt. In 2025 bestellen meer mensen hun boodschappen online dan ooit, werken velen hybride of volledig thuis, en is de sociale interactie vaak oppervlakkig of digitaal. Tegelijkertijd groeit het individualisme. De samenleving lijkt steeds minder ruimte te bieden voor kwetsbaarheid, solidariteit of gedeelde verantwoordelijkheid.
Dit zien we ook in het onderwijs en de jeugdzorg, waar prestatiedruk en systeemdenken vaak belangrijker zijn dan persoonlijke ontwikkeling of welzijn. Een kind dat niet in het standaardprofiel past, wordt al snel doorverwezen naar bijles, coaching of hulpverlening – mits de ouders dit kunnen betalen.
De commerciële invulling van geluk
In de zoektocht naar geluk is de nadruk de afgelopen jaren verlegd van innerlijke ontwikkeling naar uiterlijke status. Influencers, marketingcampagnes en zelfhulpboeken promoten een maakbaarheidsideaal van succes, schoonheid en rijkdom. Geluk wordt gepresenteerd als iets dat te koop is – een gevolg van de juiste routine, dieet, mindset of app.
Het gevolg is een cultuur waarin afwijking als falen wordt gezien. Wie niet meekomt, wordt niet alleen sociaal buitengesloten, maar vaak ook moreel verantwoordelijk gehouden voor zijn of haar situatie. Armoede, depressie of uitval worden verklaard als persoonlijke tekortkomingen, niet als symptomen van een verstoord systeem.
De behoefte aan bezinning en verbinding
In dit alles groeit een tegenbeweging: mensen zoeken opnieuw naar zingeving, rust en echte verbondenheid. Bewegingen zoals de ‘slow living’-trend, gemeenschapsprojecten, stilte-retraites en hernieuwde aandacht voor ambacht en spiritualiteit zijn in opmars. Ook organisaties, van scholen tot bedrijven, staan onder druk om hun ‘menselijke maat’ terug te vinden.
Het confronterende inzicht is dat we als samenleving misschien wel gevangen zitten in een zelfgecreëerd slagveld, een eeuwige jacht op geluk die nooit eindigt. Misschien is het daarom tijd om niet langer harder te rennen, maar stil te staan. Om af te vragen: wat draagt werkelijk bij aan een goed leven? En wat is slechts ballast?
Conclusie: tijd voor een systeemherziening
De maatschappelijke ratrace is geen individueel probleem, maar een collectieve systeemfout. In plaats van symptoombestrijding door coaching, zelfhulpliteratuur of wellness, moeten we durven kijken naar de fundamenten van onze samenleving. Willen we een toekomst waarin geluk, gezondheid en zingeving echt centraal staan, dan moeten we het paradigma van economische groei durven bevragen. Dat vraagt om moed, reflectie én samenwerking.
Misschien begint het met een simpele vraag: hoe vol is jouw rugzak – en wat kun je eruit laten? Vrijmetselarij kan daarbij helpen.
Lees komende donderdag het vervolg hierop………..